(Cognitieve) gedragstherapie
In de gedragstherapie wordt een analyse gemaakt van de factoren die het gedrag van het kind/de jongere in stand houden. Het gedrag wordt hierbij zoveel mogelijk in concrete, observeerbare termen beschreven. Wat betreft de instandhoudende factoren is het zinvol om de aanleidingen te observeren die het gedrag oproepen, wat is de ‘voorkant’ van het gedrag, in welke situaties doet het zich voor? Hiernaast worden de consequenties van het gedrag geïnventariseerd, de ‘achterkant’ van het gedrag: wat zijn de gevolgen (in positieve of negatieve zin). Het gewenste gedrag wordt zoveel mogelijk in positieve termen beschreven. Dit gedrag kan worden bereikt door goed te kijken naar zowel de voorkant als de achterkant van het gedrag en hierin aanpassingen door te voeren.

De cognitieve gedragstherapie wil gedragsveranderingen bij het kind of de jongere bereiken door zich te richten op het denken, de zelfspraak en de zelfcontrole. Gewerkt wordt met cognitieve herstructurering (o.a. denk goed, voel je goed) en de probleemoplossingsmethode.

Zie ook: www.VGCT.nl