Cliëntgerichte psychotherapie

Voor kinderen
Cliëntgerichte speltherapie:
Kinderen spelen over wat hen bezighoudt. Het spelen wordt daarom in de therapie gebruikt als communicatiemiddel tussen kind en therapeut. In het  fantasiespel’ mag en kan alles gebeuren wat het kind verzint. Op deze manier kunnen kinderen hun emoties uiten, afrekenen met gebeurtenissen uit het verleden die hen boos, verdrietig of angstig maken en oefenen met nieuwe vormen van gedrag.  
Met behulp van speltherapie krijgt een kind de mogelijkheid om zijn wereld opnieuw en op een meer positieve manier te ervaren. Voor kinderen die het ergens moeilijk mee hebben heeft spelen op deze manier een bevrijdend effect! Het uiteindelijke doel van de therapie is dat de problemen verdwijnen of weer hanteerbaar worden voor het kind en het gezin. Het kind komt tot meer integratie (verschillende gevoelens kunnen tegelijkertijd bestaan) en meer differentiatie  (er bestaan gradaties) van hun gevoelens. 

Zie onder andere ook VKJP

Voor adolescenten en jong volwassenen
Wat houdt cliëntgerichte psychotherapie in?
•  Zelfontplooiing: Een belangrijk uitgangspunt van cliëntgerichte psychotherapie is dat psychisch welzijn samenhangt met de mogelijkheid om, binnen de gegevenheden van jouw leven, jezelf te zijn en je verder als mens te ontwikkelen. In een omgeving die voldoende veiligheid biedt, kan men zich het beste ontplooien. Door een onveilige buiten- of binnenwereld kan dit proces van ontwikkeling stagneren en kunnen klachten ontstaan. Je voelt je bijvoorbeeld somber, gespannen of je hebt het gevoel vast te lopen. In een cliëntgerichte psychotherapie gaat het over deze klachten en de problemen waarmee deze klachten samenhangen.
•  Gedachten en gevoelens: Het zicht krijgen op deze persoonlijke problemen gaat beter wanneer iemand in contact is met zichzelf, met het eigen innerlijk, dus niet alleen met zijn gedachten maar vooral ook met zijn gevoelens. Door in gesprek te komen over deze gevoelens en gedachten, kun je je problemen onderzoeken en ontdekken hoe je hierin verder kunt komen.
•  De houding van de psychotherapeut Een grondgedachte van de cliëntgerichte psychotherapie is dat de houding van de psychotherapeut in het gesprek van groot belang is. Die therapeutische houding bestaat uit drie elementen: empathie, acceptatie en echtheid. Dat wil zeggen: de psychotherapeut leeft zich zo goed mogelijk in de cliënt in, accepteert de cliënt zoals hij is, d.w.z. hij is niet veroordelend en helpt de cliënt zichzelf niet te veroordelen en hij is als psychotherapeut in contact met zijn eigen gevoelens. In de cliëntgerichte visie zorgen deze basiselementen voor een veilig klimaat, waarin de cliënt zich verder kan ontwikkelen.De persoon als geheel.
•  Een cliëntgerichte therapie is persoonsgericht, dat wil zeggen dat de psychotherapeut niet jouw psychische ‘stoornis’ als uitgangspunt neemt, maar je aanspreekt als persoon en met jou onderzoekt hoe het komt dat je, met jouw voorgeschiedenis en toekomstverwachting, op dit moment klachten heeft. Het gaat er hierbij niet zozeer om hoe de psychotherapeut jouw problemen ziet, maar vooral om de betekenis die ze voor je hebben.
•  Voor welke problemen? Mensen met uiteenlopende problemen kunnen baat hebben bij cliëntgerichte psychotherapie. Belangrijker echter dan de aard van jouw klacht, is het feit dat je bereid bent, en in zekere zin behoefte voelt om in de therapie bij jezelf stil te staan. Er is meestal een aanleiding, in de werksituatie of in jouw persoonlijke relaties, die je doet besluiten iets aan jouw klachten of problemen te gaan doen.
•  Veelvoorkomende klachten en problemen: weinig zelfvertrouwen hebben en onzeker zijn, je somber voelen, gespannen zijn, slecht slapen, veel piekeren en tegen alles op zien, geen keuzes kunnen maken of niet weten wat je wilt, tot niets kunnen komen, perfectionistisch zijn, je negatief en kritisch voelen naar anderen, moeilijk kunnen genieten en overmatig controle houden, onder je niveau functioneren of juist jezelf groter voordoen dan je bent, in verschillende situaties steeds weer in dezelfde conflicten terechtkomen, geen relatie aan durven gaan of je ongelukkig voelen in de relatie, jezelf niet durven uitspreken of je geremd voelen in gezelschap, onduidelijke lichamelijke klachten hebben, een verstoord eetpatroon hebben, last hebben van nare of schokkende ervaringen die je hebt mee gemaakt.

Zie ook: www.VGCP.nl