Generalistische basis GGZ en Specialistische GGZ
Op 1 januari 2014 is de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) omgevormd naar een stelsel met een ‘generalistische basis GGZ’ en een ‘gespecialiseerde GGZ’.
Het doel van deze stelselwijziging is een passende behandeling op de juiste plaats. Patiënten met lichte klachten worden geholpen in de huisartsenzorg. Behandeling van lichte tot matige, niet complexe psychische stoornissen vindt plaats in de generalistische basis GGZ. Patiënten met complexe en bedreigende stoornissen worden geholpen in de gespecialiseerde GGZ. Uitgangspunt is dat patiënten dichtbij huis en minder zwaar – en daarmee goedkoper – worden behandeld.
De huisarts krijgt meer ondersteuning voor hulp aan en behandeling van mensen met lichte psychische klachten. Ook kan de huisarts ondersteuning vragen bij het doorverwijzen van patiënten met stoornissen naar de generalistische basis GGZ of de gespecialiseerde GGZ.
In de generalistische basis GGZ zullen mensen met een complexere problematiek behandeld worden dan voorheen in de eerstelijnspsychologische zorg. Ook mensen met lichte tot matige problemen worden behandeld in de generalistische basis GGZ. De gespecialiseerde GGZ kenmerkt zich door een hoge mate van complexiteit van de behandeling, waarbij gespecialiseerde kennis nodig is.
Op deze website bieden twaalf partijen gezamenlijk informatie aan over de invoering van de generalistische basis GGZ en de veranderingen voor huisartsen, behandelaars GGZ en patiënten. Op de websites van de twaalf partijen vindt u informatie over onder andere de behandelwijze.

De behandeling van complexe en/of risicovolle (DSM-IV) stoornissen van de huidige tweede lijn valt vanaf 2014 onder de Gespecialiseerde GGZ. Het betreft complexe zorg die niet binnen de kortdurende producten van de generalistische basis GGZ kan worden gegeven. Deze zorg wordt geleverd door de gespecialiseerde professionals, psychotherapeuten of klinisch psychologen in een behandelteam, in vrijgevestigde praktijken dan wel multidisciplinaire teams. De professional staat in contact met andere professionals, zodat hij/zij kan samenwerken waar nodig. Het betreft naar schatting zo’n 80% van de huidige tweedelijnszorg. De bekostiging van deze zorg volgens de DBC-productenstructuur blijft hetzelfde.